Een heel licht huis
Ik woon in een heel licht huis. Lichtzinnig
loop ik rond, ik kom in alle kamers.
En vind ik de gordijnen dicht, ik open ze,
zie nieuwe gordijnen, gordijnen die rimpelen en ritselen,
strakke gordijnen, gordijnen met rafels en gaten
gordijnen grijs van stof, met spinnen van fluweel.
Er hangt een minuscule geur van thee.
Na elk gordijn wordt het stroever om mij heen
en iets minder licht.
In het diepste donker open ik een raam.
Maar ik wist niet dat ik kon vliegen, al mijn vleugels
doen zo'n verschrikkelijke pijn.
Toon Tellegen
Mijn winter, 1987