november 2025
De Amerikanen
Het uniform
verschoten T-shirt
vale spijkerbroek
Lang haar langs
het vermoeid gezicht
Ze zijn geland
gitaren in de aanslag
1 met hun pezig lichaam
Spots schieten paars
en rood
op witte wolken
Donker, stilte
Herhaalde akkoorden
doen de maan vol
verschijnen:
Marquee Moon.

oktober 2025
Ward
Psychiater Ward betoogde dat als we verliefd waren, we ver van de liefde waren.
Wij, zijn cliënten, luisterden aandachtig.
De grap kwam bij mij op: dus als je verward bent, ben je ver van Ward?
Ik hield het binnen. Ik had het kunnen zeggen. Ja,
als de vissen als vogels door de tuin hadden gevlogen.
*
Depressie
Een donkere stropdas
op een effen
licht overhemd
En zwarte sokken.
*
Daar
Wast de maan
Daar daalt het pad
Naar waar platanen staan
Waarachter water danst.

september 2025
Kringloop te Lochem
Zag tussen de Jazz LP’s 2 opvallende hoezen.
Daarom nam ik ze mee. Mijn goedkope rijkdom.
Het waren: Monk Quartet met een schilderij van Giorgio de Chirico, de Ziener.
The Modern Jazz Quartet, LP getiteld The Sheriff, met voorop de sheriff
in een zeer moderne jas.
In de hoes van Monk stak het overlijdensbericht van Johnny Griffin.
Johnny’s lichaam is vergaan, maar vinyl hebbe zijn ziel.

mei 2025
Aurora
Zwarte paarden
oplichtende rivier
donker golvende
boomkronen
Aan de overkant
doodstil wijst
de scherpe kerktoren
naar het hemelrijk
En recht voor me
schroeit de dageraad
brandend oranje
een krachtige regel
door t donkerblauw
Uit het Hooglied
volgens mij
Dat ik op asfalt
mijn rondes rij
van rubber en roet
begrijp ik slecht.

maart 2025
Ruim baan
De achtste dag wilde God weer aan de slag
en schiep de verbrandingsmotor
daarna de snelweg met toebehoren
vangrail viaducten tankstations
parkeerplaatsen
voor de Oegema’s, Wolter Koops
LKW Walter en Cornelissen
MAERSK, Hapag Lloyd, Yang Ming
Langs de weg boompjes aan paaltjes
God zag de trotse chauffeurs
en dacht dat het goed was.

januari 2025
Groeide op onder afkeuring
en onbenul
Oh, zeker ook wat liefde
op gepaste afstand
Te beleefd ging ik
in mijn zondagse goed
Nu verlang ik naar de nacht
vrees het vroege zonlicht

september 2024
De kapel
Bij de Instelling van Zorg
hoort een tuin met oude bomen
en een kleine kapel
De ramen geel en rood omrand
vangen zon
binnen schemert het
langs de bakstenen
Nergens Jezus of Maria
Ik zie
een chique dame
in blauwe bloemen
zoete adem
Een vlakje rood
op haar wang
en haar oor
Een reep geel legt zich neer
op haar voorhoofd
Ik zie ik staar en
beschaamd
is mijn vertrek
Wankel stap ik
in het felle licht
Podium zonder rol
Ik zie een vogeltje
even op het pad gaan zitten
en weer verdwijnen.

augustus 2024
Onze Lieve Heer zag Vincent van Gogh
knielend in de Paradijstuin
een iris bestuderend
'Potdomme wat een kunststukje'
zei van Gogh, opkijkend naar God
God was zo blij dat hij er was, Hij zei:
'Ha jongen, jij ziet het ook hè?'
Zij spraken over
het paarsblauw en violet
en hoe mooi dat alles was.
En God sprak:
'Bij het scheppen heb ik een grote fout gemaakt,
maar de natuur, daar ben ik nog steeds heel blij mee.'

mei 2024
Ian uit Manchester
De buitenwijk
waar pa en ma
bijna al hun dagen
hebben omgebracht
het jeugdhonk
waar ze oefenen
de ramen beroet
zonlicht wil naar binnen
maar dat lukt niet goed
de kale vloer vol rommel
papier verfrommeld:
begonnen en verworpen
bastonen raken hard de hoeken
komen terug uit opgewaaid stof
de zoon, hij schreeuwt z’n onvrede
met wanhopige kracht
dan zacht van het tedere

april 2024
Ik geloof
in mijn opa
op die beroemde foto.
Zijn hoofd gebogen als een lijfeigene
bij de felicitatie van de burgemeester
met veertig jaren trouwe dienst.

maart 2024
Toen ik begon te schrijven
Toen ik begon te schrijven
was ik net voorbij de veertig
en een afdaling in het niets
van levensangst.
Wist bij God niet het waarom
van mijn onderuitgaan.
Mijn vroege jaren waren karig
niets werd uitgesproken
niets geformuleerd.
Verlangens verstomden.
Schrijven van wat was
met woorden zo mooi
mogelijk met rijm
zinnen komen mij versterken.
Het lokaal, zon door hoge ramen.
De Volksuniversiteit. De docent
die luistert met haar glimlach.
Het is de goede tijd.

november 2023
De boom
Wandelend op de hei, ’t is een bewolkte zondag, kwamen we bij een kuil door mensenhanden gemaakt. Een hekje eromheen tegen de schapen. In de kuil stond, een beetje schuin, een eik.
Wij stonden op het hekje geleund te kijken naar de boom, toen een man en een vrouw in zwart gala soepel over het hekje stapten. Ik had ze al eerder gezien, toen ze uit een lila oldtimer stapten.
Ze daalden rustig af en nu zag ik goed hun stropdas: de zijne roze met een blauwe ster waarin een rood hart. Die van haar andersom, maar het rode hart had ook zij en beiden een paars pochet.
De zon brak door de wolken volgens Rembrandt, de volgspot heeft z’n doel gevonden. De bundel zon zet bladeren fel in groen, lichtjes waaiend.
Na zich kalm voor de boom geïnstalleerd te hebben, hun overhemden wit, tanden wit - ook zij werden door het licht gevonden - vingen zij aan te zingen. A capella een oud en Engels lied dat zo begint: ‘Let me take you down’ en ik herinner mij: ‘No one I think is in my tree, I mean it must be high or low’ Twee stemmen één lied.
Een boom, een droom. Een lied voor zondag 
haalt de maandag niet.