Deze pagina biedt ruimte aan iedereen die eigen tekst wil laten lezen: gedicht, lied, brief, dialoog, sprookje, biografisch of verzonnen, een fragment uit een boek dat nooit afkomt of een fictief dagboekblad, alles is welkom.
Voel je je aangesproken of wil je reageren, stuur je tekst of reactie naar post@inhetlabyrint.nl.

december 2025
Onderstaand tekstfragment is geschreven door een deelnemer aan de Schrijfgroep: lieve, beste, geachte (najaar 2025-voorjaar 2026 VUUtrecht). We schreven brieven aan een vroegere versie van onszelf.
Het voorjaar is net begonnen. Nee, warm is het nog niet. Zeker niet om 07.00 uur. Daar ga je. Jij bent mij. Op onze fiets door de polder. Overvecht bestond nog niet. Mama fietst naast je, met ons zusje achterop. Op weg naar zwemles. Weilanden en daarna Fort Ruigenhoek. ‘Kom Fien nog even doorfietsen. We zijn er bijna.’ Het nieuwe zwemseizoen is begonnen. Het water is 15 graden. Warm genoeg om te leren zwemmen. Maar jij vindt van niet. Je staat te bibberen langs de kant. De zwemslagen zijn al eerder geoefend op de zitting van een kruk en het pierenbadje van 1 meter diep mag je ook achter je laten. Samen met het plankje en de kurk. Het is tijd voor het halfgevorderde bad. Diep maar niet heel diep. Je krijgt een touw om je middel. De badmeester, ome Jan, wil dat je springt. Je staat nog steeds bibberend langs de kant. Je moeder moedigt je aan. Ome Jan wordt ongeduldig. Het duurt hem te lang. Als je even niet oplet, krijg je een duw en beland je in het halfgevorderde. Hoestend, proestend en boos kom je boven. Wat een rot streek. Je wil er meteen uit maar dat mag natuurlijk niet. Zwemmen, nu! hoor ik ome Jan tegen je roepen. Ja, je haalt een paar maanden later het ‘kikkertje’. Zwemt de vereiste meters in het fort, trappelt water en springt van de steiger maar die duw zal je nooit meer vergeten.
José

november 2025
Als het maar water is
golvend en klotsend
wolkenpartijen of witte vegen
daartussen helblauw
groen op stammen strak in het gelid
voeten op de veralgde beschoeiing
boven mijn hoofd ritmisch razen
auto’s over brugdelen
weten ze wel hoe verruimend
als ze zouden uitstappen en
alleen maar luisteren
©emilie fijan
Meer lezen? Klik op Emilie.

november 2025
Onderstaand gedicht is geschreven door een deelnemer aan de online thuisworkshop Seizoenschrijven: herfst.
Omslag
Ben nog niet toe aan kaal
wil nog geen pompoenen rapen,
champignonsoep maken, struiken snoeien
schoppen in gevallen bladeren
laarzen en regenjas aan.
Vergeef me, ik wil kijken
naar de bloei van meisjesogen
in de vaas nog dahlia’s,
knalrood, diep roze
ogen dicht voor bruine kartelranden
volle zon op mijn gezicht.
Maar toch, een wolk van lijsters landt
in de kraalboom met oranje bessen
veren schitteren in het late licht
wiegend op de nu kale takken
vliegen zij, luid kwetterend
na hun maaltijd op.
Ik ga kastanjes zoeken in het bos
voorzichtig glijden over nat blad
met mijn handen woelen in vochtig mos
de grauwe ganzen zien vertrekken
kruiden drogen, appeltaart bakken
en langzaam zakken in winterrust.
Maria Pinxter

november 2025
Onderstaand tekst is geschreven door een deelnemer aan het Bommels schrijfatelier (najaar 2025).
De geschiedenis herhaalt zich
Het waren de jaren '60, de basisschool heette nog lagere school en ik was een kind. Ik herinner me het gevoel van opluchting als de bel ging, de schooldag was ten einde, en met mij renden de kinderen het schoolplein af: we gingen spelen!
We hadden er de hele dag op gewacht!
Thuis aangekomen lagen de speelkleren al klaar, dat was een voorgeschreven wet van mijn moeder, de oude kleren gingen aan, de nette moesten netjes blijven, voor school en zondag.
We groeiden op met een sensitiviteit voor zuinig zijn op de spullen, in dit geval kleding. De echte reikwijdte ervan kenden we nog niet, het ging ons enkel om het spelen. Opgroeiend op een boerderij was daar ruimte genoeg voor: van graankisten maakten we huizen voor ‘vadertje-en-moedertje-spelen’, de zolder werd een geheime plek, de schuren boden een diversiteit aan verstopplekjes en de boomgaard was een gevaarlijk crossterrein. In onze speelkleren konden we ons vrij bewegen: klimmen, klauteren en bouwen naar hartenlust.
Zestig jaar later betrap ik me erop dat als ik thuiskom van weggeweest te zijn, bijna het eerste is wat ik doe, mijn speciaal voor die gelegenheid gekozen kleding om te wisselen voor een huispak. Hierin beweeg ik me simpelweg makkelijker, spontaner en ik ben er minder op bedacht dat het netjes moet blijven.
Mijn moeder schreef in mijn kindertijd de regels voor, bij haar was sprake van zuinigheid. Geldt dat voor mij nu nog, vraag ik me af? Met zorg omgaan met spullen, en daar valt kleding ook onder, is me dankzij mijn opvoeding niet vreemd. Maar is dat de belangrijkste onderliggende reden? Nee, de speelkleding toentertijd en het huidige huispak hebben een belangrijke overeenkomst: kleding draagt bij aan het doel en dat was vroeger en dat is nu: vrij bewegen!
Margo

november 2025
De Amerikanen
Het uniform
verschoten T-shirt
vale spijkerbroek
Lang haar langs
het vermoeid gezicht
Ze zijn geland
gitaren in de aanslag
1 met hun pezig lichaam
Spots schieten paars
en rood
op witte wolken
Donker, stilte
Herhaalde akkoorden
doen de maan vol
verschijnen:
Marquee Moon.
André Schipper
Meer lezen? Klik op André

november 2025
Novemberen
Ruim neem je
De engte
Het wilde water
Duet op de horizon
Kalme dageraad
Uit kuilend bed
Modderend aan
Een schrale streek
In de taal van de klok
Klinkt het afschieten
Geweren in aanslag
Tussen koolresten
Grauwe ganzen
Met vleugels van zout
Je ziet ze trekken
In V langszij
Een haal over je
Been dat kort lijdt
Een wang op je kus
Ontmoet
De schrale winter
Tussen lippen van boter
Pak je me mee
Ik schrijf
Dat overwinning
Novembert
In Juli
Het antwoord
Astrid Salman
Meer lezen? Klik op Astrid

november 2025
I
Tijd van onverdraagzaamheid,
vijandigheid, polariteit
Tijd van moedeloosheid,
somberheid, passiviteit
Tijd van onverschilligheid,
verloren strijd;
oorlogstijd
II
Tijd voor rechtvaardigheid,
dapperheid, solidariteit
Tijd voor hoorbaarheid,
zichtbaarheid, moraliteit
Tijd voor activiteit,
verkiezingsstrijd;
vredestijd
Henny van Boxtel
Meer lezen? Klik op Henny.

november 2025
Onderstaand tekst is geschreven door een deelnemer aan de Schrijfgroep: lieve, beste, geachte (najaar 2025-voorjaar 2026 VUUtrecht). We schreven berichten aan of over mist en regen.
Geachte regen, of zal ik zeggen lieve regen,
Er zijn talloze liedjes over jou geschreven. "Zachtjes tikt de regen op het zolderraam," zong Rob de Nijs, en wie kent niet “Raindrops keep falling on my head”, uit Butch Cassidy en the Sundance Kid.
Soms kom je ook zachtjes, bijna onhoorbaar in een zomernacht. Zeer gewenst, na dagen van hitte. 's Morgens vroeg hangt de geur van aarde in de lucht, en lijkt alles weer te ademen. Jij, regen bent dan een zegen, een verademing.
Maar ik weet al heel lang dat jij ook een andere kant hebt. Ik was acht jaar en op vakantie, in Kaprun. Het was een prachtige zomerdag, geen wolkje aan de lucht. Ineens hoorde ik een dreun en een donderend geraas. In korte tijd zorgde jij voor een lawine van stenen die alles meenam wat op haar pad lag. Op de parkeerplaats beneden lag onze auto bedolven onder metershoog puin. De lucht rook naar steen, modder en angst. Sindsdien weet ik dat jij niet alleen geeft, maar ook neemt.
Tientallen jaren later, 2021, was jij opnieuw meedogenloos. In het Ahrdal in de Duitse Eifel kwam je met kracht en zonder genade. Je nam huizen, mensen, dieren, herinneringen. De lucht rook naar steen, modder, angst en verslagenheid.
Een paar weken geleden, eind september, spetterden jouw druppels op het raam van de bus waar ik in zat. Naast ons reed een vrachtwagen vol varkens, op weg naar de vleesproducten fabriek. De roze huid van de varkens glom door de open kieren. Ik vroeg me af of ze jou ooit gevoeld hadden, of ze wisten hoe het is als jij op hun huid valt, koel en fris. Waarschijnlijk niet.
Ik kan nog wel bladzijden vol aan je schrijven, maar doe dat niet. Jij laat zien dat niets blijft zoals het is. Droogte eindigt, maar soms weet je van geen ophouden. Zal je in de toekomst vaker komen, of juist verdwijnen? We kunnen veel voorspellen maar jou nooit helemaal
Eén ding weet ik zeker: als jij komt, kan ik de was niet buiten hangen.
Tot gauw!
Groetjes,
Ilona Dekker

november 2025

Observeren zichtijnen
Straat kleurtekenen
Boom in het vizier
Affiniteit verbeelden
Oefening in verfijnen
Piet
Een tekst van Piet gaat meestal vergezeld van een eigen foto, meer van hem lezen en zien?
Klik op Piet.

november 2025
Als ik een boom was zou ik een treurwilg willen zijn.
Met mijn lange takken zou ik zwieren en zwaaien, vlak boven het water. Me koesteren in de zon en willen roepen: zweef en zwier als de tijd daar is.
Als de wind niet waait, zouden mijn bladeren hangen naar beneden in stille wacht. Ingekeerd, in rust en vrede en willen zeggen: neem de tijd, voor alles staat een tijd…
En altijd zou ik gerust zijn en weten hoe diep mijn wortels in de waterkant verankerd zijn. Mijn stam breed en stevig.
Niets blaast mij omver.
Helinda Rijnbout

november 2025
Onderstaand beeld & gedicht is van Harmen Grootendorst.

Meer werk van Harmen zien? Klik op Harmen.

oktober 2025
Vraaggedicht
Hoe
kom ik
weer
de dag
door
zonder uitzicht
op
ja, op wat?
Als
het nou
eens
gewoon
genoeg is
om genoeglijk
op de bank
te zitten
onder een
elektrische
deken
met een boek,
de tv.
Of met jou?
Mart Damen
Meer lezen? Klik op Mart.

oktober 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan de Schrijfgroep: lieve, beste, geachte (najaar 2025-voorjaar 2026 VUUtrecht). Het zijn (fragmenten uit) brieven aan Sholeh Rezazadeh over eigen taalervaringen in antwoord op haar boekenweek-gedicht in welke taal zal ik je woorden geven. Klik op Rezazadeh om het gedicht te lezen en haar te zien.
Dank je wel voor je prachtige boekenweekgedicht. Ik lees het bijna elke dag een keer en steeds is het weer anders. Interpreteer ik het anders. Soms plak ik je regels op andere mensen. Op een groep boze jongeren die ik tegenkwam op een wandeling bijvoorbeeld. Ze stootten klanken uit en keken er dreigend bij. Gaan we elkaar ooit weer verstaan, denk ik dan? Met welke blik? Misschien proberen zij ons ook wel iets uit te leggen, laag na laag terwijl wij slechts hun schaduwen herkennen. Wederzijdse stotterwoorden.
Op een dag krijg ik een bericht van mijn schoondochter, de moeder van Faye. Het is oktober. Bericht uit groep 3 van haar juf. Faye heeft haar eerste leestoetsje gehad. Ze kan de woorden goed hakken, maar bij het plakken slaat ze regelmatig één of meerdere letters over.
Ken je dat? Hakken en plakken? Je breekt het woord in stukjes en plakt ze dan weer aan elkaar. Faye vindt het moeilijk maar heeft het nodig om te leren lezen zodat zij ons kan verstaan en we elkaar kunnen omarmen. Maar ook om net als jij, de taal van bomen, wolken, treinen en seconden te leren. Op haar eigen manier in een land zonder bergen. Hakken en plakken. Zulke lelijke woorden. Hakken en plakken. Hoe zou jij dat noemen?
José
Meer dan in het gesproken woord van elke taal, voel ik me thuis op papier. Het liefst gelinieerd.
De geschreven taal is mijn moedertaal. Ik voel me thuis in een brief, een gedicht of in zomaar wat zinnetjes uit de losse pols. In een waargebeurd verhaal dat raakt, of een dagboek met een slot.
In boodschappen- en vakantielijstjes, liedjesteksten of een prachtig citaat dat ik overschrijf uit een boek. In beelden zelfs, die zonder woorden vertellen wat er te zeggen valt. Op papier kan ik de tijd nemen, mijn gedachten de vrije loop laten, dromen, fantaseren, doorkrassen en opnieuw beginnen. Het papier is geduldig met mij, zelfs nog wanneer mijn linkerhand keer op keer woorden verminkt tot onleesbare zinnen.
Helma
Het is enorm knap hoe u in het Nederlands schrijft en dicht, een taal die u
pas later hebt geleerd. Bij u lijkt het natuurlijk te gaan alsof de Nederlandse taal u altijd al heeft toebehoort.
Zelf houd ik erg van taal. Op de middelbare school was ik goed in Frans en Duits. Ik kan deze talen goed verstaan en redelijk spreken, maar vaak durf ik het niet. Angst om fouten of kromme zinnen te maken.
Een paar jaar geleden kreeg ik een ongeluk in Duitsland, en kwam ik in het ziekenhuis terecht. Zonder erbij na te denken sprak ik ineens vloeiend Duits, ik kon precies uitleggen wat er aan de hand was. De woorden kwamen als vanzelf, wonderbaarlijk niet? Ik denk dat taal niet alleen in je hoofd zit, maar ook in herinneringen. Sommige woorden of zinnen kun je niet goed vertalen, ze verliezen, iets dat u vast ook wel kent in uw eigen taal.
Ilona

oktober 2025
Onderstaand gedicht is geschreven door een deelnemer aan de online thuisworkshop Seizoenschrijven: zomer.
De aarde heeft vannacht gedronken
Wolken drijven loom boven
bedden vol oranje, rood en geel
aan korte, rechte en gebogen stelen,
de zon maakt glitters op ‘t natte groen.
Stevig geplant in hoge laarzen
staat ze, kin omhoog, ogen gesloten
armen vol zomerkleuren
glimlach om de mond.
De aarde heeft vannacht gedronken.
Maria Pinxter

september 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan het Schrijfcafé (augustus 2025 VUUtrecht). We schreven met en bij (verzonnen) dieren.
Vogels op een plaatje van de juf
Vogels zonder naam die ik niet ken…de naam moet ik zoeken, zegt de juf…
Elke vogel heeft toch een naam, dus ga ik hem zoeken en misschien geef ik hem straks een naam die IK mooi vind.
Eerst maar eens kijken naar de prachtige vleugels met hun witte uiteinde. Het lijkt wel of het erin getekend is. Net zoals de mooie witte hals met zijn ketting van zwarte kraaltjes afgezet. Wie heeft die er zo mooi ingezet? Hun tapijt van veren gaat over van licht bruin naar iets donkere kleur bruin. De snavel is gesloten en ook die van zijn maatje die iets verderop staat.
Ze hebben zeker niets te vertellen en staan met hun zwart gebogen pootjes klaar om weg te vliegen van de rotsen. Ze genieten nog even van het edelweiss struikje en de paarse bloemetjes erboven.
Het is er muisstil alleen de wind maakt er nog een feestje van en blaast zacht ..whoe..whoe..
En dan…ze vliegen weg en zwaai ik ze uit ik weet niet of ik ze weer zie… De naam heb ik gevonden, moest even zoeken, maar ik heb het...
Het zijn gewoon mijn …alpenvriendjes…die daar op de rotsen staan met de hoge bergen op de achtergrond. Misschien moet ik ook naar die hoge berg en wie weet vind ik mijn vriendjes daar terug met hun kleine kraaloogjes.
De omlijsting van de schoonheid.
Els

Japanse Sneeuwkijker
Nihon no yuki byῦa
Volksvogelwijsheid: Bezint eer gij erin vliegt.
Herkomst: Japan
De Japanse Sneeuwkijker beziet zijn omgeving vanuit zijn veilige observatieplek in het riet en komt alleen in actie als hij of zij dat nodig vindt. Met de pluisjes van de rietsigaar bekleedt het manetje het nest als het vrouwtje een ei gaat leggen. Het vrouwtje is groter dan het mannetje en heeft een wit kopje om zch te kunnen verschuilen in de sneeuw of pluisjes. Een eigen-wijze observant in het riet met een scherpte blik op de omgeving.
Verenkleed: bruin-wit met fijne zwarte strepen
Wat eten ze: zaden en rietpluimpluisjes om de maag te kalmeren
Habitat: riet, moeras, Japan, Kamtjatska
Lummieke
Als ik een ijsvogel was
zou ik kunnen vliegen
op de meest geheime plekken van de stad
niemand zou me zien
niemand zou geloven dat ik er was geweest
Emma
Als ik een zeemeermin was wist ik wel dat ik niet naar boven wilde.
Dat ik de haai gedag zou zeggen, de stekelbaars aaien.
Mijn staart rustig zou bewegen, genieten van kleurig koraal.
Gewichtloos en niet anders dan gelukkig zou zijn.
Helinda
De pierenwaaien
Hier zie je de man- en vrouw vogel van het geslacht der pierenwaaien. Zoals je kunt zien zijn dit kleurrijke vogels met een levendige inslag. Van oorsprong komen ze uit Rusland. In de 17de eeuw zijn ze met zeelui meegekomen naar Europa. In Rusland werden ze Piruju genoemd. Door de jaren heen hebben ze zich goed aangepast aan de omstandigheden hier. Overdag zijn de pierenwaaiers uitermate sloom, maar zodra de maan opkomt gaan ze op stap. Ze zoeken elkaar op tijdens het eten en gaan met elkaar aan de zwier. Ze leven over het algemeen een ongebonden en liederlijk leven.
Frederike
Distelvlinder en klimaatverandering,
mens en dier op de vlucht
Er is te veel veel
Ilona
Bonte Kroet
(Muscicapa Atricapilla)
Vriendelijke, geenszins schuwe vogel die graag in de buurt van mensen is. De Bonte Kroet is een gezellige babbelaar. De roep is een aanhoudend koeroet, koeroet. De klank gaat aan het eind wat omhoog. De vrouwelijke Bonte Kroet antwoordt met een kort fluitend oetsji oetsji.
De roep van de juveniele Bonte Kroet is ietwat eentonig en bestaat uit korte hoge tokkelende klanken als van een banjo.
De Bonte Kroet foerageert in heggen en struiken en is dol op alles wat mensen achterlaten op picknicktafels en terrassen. Ook eet hij graag uit de hand. NB! Merkwaardig genoeg laat hij potten met vogelpindakaas links liggen.
De Bonte Kroet is nauw verwant aan de door vogelaar T. Hermans in 1980 eenmaal waargenomen uiterst zeldzame tropische Kroet. Net als deze Kroet ruist ook de Bonte Kroet gaarne door het struikgewas.
Volkswijsheid
Als tijdens het minnespel
de Kroet van zich laat horen
wordt u een spikkelkind geboren
Anneke

juli 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan het Schrijfcafé (zomerworkshop 2025 VUUtrecht). Er werd geschreven met kleding en kleur.
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
Het blauw
Het bruin
Het rood
Het goudgroen
Het grijs
Ik zie, ik zie,
Simone |
met liefde en aandacht gemaakt
joke |
|
Eén dag ben ik gedragen,
het was er een van glorie en geluk.
Huppelend bewoog ik in een lange rij
van collega’s met eenzelfde snit.
De tedere handen van Thera hebben mij vorm gegeven,
mijn kanten lijfje nauw sluitend om de magere meisjesborst,
mijn rok van knisperende tule opbollend boven de knokige knietjes,
bijeengehouden door knoopjes van kostbaar parelmoer.
Ik beleefde enkele uren van ingetogen plezier en gekoesterde tradities.
Snel daarna werd ik aan een haakje gehangen,
bruut ingeruild voor een oude broek
en viel mijn communicantje juichend en joelend in de oude sloot.
Marjolein Hillege
Mijn gelijkvormige ramen
Mijn rode schoorsteen trots aan mijn zij
De nieuwste en grootste
Over honderd jaar niet meer van nu
Emma |
|
Afgedankt
Hier hang ik, vergane glorie,
Wie kan mij nog bewonderen
Ik ben ingeruild, voor een strakke spijkerbroek
Hier hang ik, afgedankt
Ingrid |
Tweedehandsje
Gevouwen rond een kleuter,
Het duizelt mij, ze schommelt
We vallen op het gras en laten groene
M.
|
Van dood naar leven
Wij zitten in een klein zakje, heel verschillend van vorm,
het is donker en we zijn klein en dood,
Maar dan worden we in aarde gestopt,
en krijgen we water.
Ons korreltje springt open en we worden groter,
we groeien naar boven, naar het licht.
En dan komen we boven de grond,
we worden groter en gaan groeien.
Totdat we bloeien, de een groter dan de ander,
in alle vormen en kleuren en geuren.
De bijen en vlinders komen bij ons eten.
heb je wel eens goed naar ons gekeken?
Hoe we in details uitgewerkt zijn,
wij zijn een wonder van God.
Eerst waren we dood en nu levend,
wij zijn een creatie van Gods scheppingswerk.
Antoinette de Bruijn

juni 2025
Onderstaand gedicht is geschreven door een deelnemer aan de online thuisworkshop Seizoenschrijven: lente.
Ik heb je gemist
De kou, het schrale en het grijze van de dagen
verdichten mijn denken en korten mijn zinnen
tot kaal gesnoeide woorden.
Weemoed blijft hangen in de stilte.
Een boom, mos en schimmel op zijn takken,
ontwaakt uit zijn winterroes, geeft
tere appelbloesem in je voorjaarslicht.
Een zachte wind waait door mijn gedachten.
Seringensneeuw ligt geurend op het pad,
zonder jas zwerf ik door het bos,
Turkse tortels maken elkaar het hof,
spechten roffelen nieuwe woorden.
Ritselend nestelen meerkoeten in het riet
trouw aan het ritme van de seizoenen
ben je gekomen lente, blijf je
tot het licht op de langste dag?
Maria Pinxter
25 juni 2025

mei 2025
Haiku
waarom zou ik nog
vooruitkijken als vandaag
een goede dag is?
vreugde en verdriet
een traan wil gevoeld worden
zijn als yin in yang.
je trekt je terug
in stille witte wereld
wachten en weten.
in stille witte
aarde keert leven terug
tot vruchtbeginsel.
ingevouwen blad
ligt klaar om uit te botten
seizoensarbeid!
groen waas vaagt zachtjes
zoekt vorm in talloos’ vormen
het gebeurt gewoon.
opstaan in eigen
kracht, geur je nieuw leven
in groene wording.
ik klief het hout, mijn
levensboom, ontvouw mijn diepste
wezen, het is goed.
Ineke Bierens
Meer lezen? Klik op Ineke.

mei 2025
Taal
Hoe zal ze later klinken
Wat is dan haar kleur?
Hoe diep zal ze gaan?
Zal ze raadselachtig zijn,
zuinig, mysterieus misschien.
Met potlood en papier wachten,
als met een glazen bol.
Weten van spraak
in de loop der jaren.
Een poging om wat
gonst te vangen.
Frida
Meer van Frida lezen? Klik op Frida.

mei 2025
Een huis als een rots
Een betonnen baan voert het land in
Stram de kozijnen
Als een puist de aanbouw
Blauw stijgt er rook op
Een cigaret gerold tussen bruine vingers
Hoog en strak zijn de ruimtes
Een schimmig tafereel op het zeil
Een kop lauwe koffie
Verre ogen kijkend het land in
Daar zit hij en telt z’n dagen
Poppendamme, februari 2025
Ontmantelen
Kasten leeg
Kopjes naar kringloop
Bedden bekeken, gekeurd en verwijderd
Nog een blik in de kasten
De vettige kookplaat
Koffie gedronken
Uit kopjes met barsten
En dan al die stoelen
Ik tel er zo twintig
En dan al die mensen
Die daar liepen en lagen
Eind van een tijdperk
Ons eeuwige jeugd
Poppendamme, april 2025
Klazien

april 2025
Onderstaand gedicht is geschreven door een deelnemer aan de online thuisworkshop Seizoenschrijven: winter.
Verloren
In de ochtend drijven wolken traag
voor de gele gloed van de zon.
Druppels druipen langs mijn wangen,
gras ontdooit onder mijn voeten.
Een rafelige reiger wacht roerloos
in het geknakte riet langs de vijver
waar wilgen voorover buigen,
hun takken wiegend in de wind.
Een eenzame woerd zwemt zoekend
rond, maakt rimpels in het water.
Verstoord vliegt in een grote boog
de reiger elegant de einder tegemoet.
Langzaam loop ik naar de berken,
hun in elkaar gevlochten kruinen
maken grillige tekeningen in de lucht.
In het winterlicht heb ik de tijd verloren.
Maria Pinxter
9 april 2025

maart 2025
Bij een schilderij
Ze zit, ze ziet
Het is geen kijken
Meer dan dat
Schrijven hoeft niet gezien
Wel vangen
Momenten, ervaringen
Verlangen
Iets wat naar buiten moet
Eruit
De vrijheid, de ruimte in
Het vuur
Van diepte
Van schoonheid
Van het kleine
Helinda Rijnbout

maart 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan de Schrijfgroep: natuurnotities (najaar 2024-voorjaar 2025 VUUtrecht).
De zwalpende zee
Zwalpen is het eindeloze
golven van het water in de zee.
Langer korter hoger lager
zwalpt ze naar het vaste land
dan bij eb weer derwaarts
naar een ander strand.
Hoe verlang ik schelp te zijn
te zwalpen met de zee
Anneke van Schaik
Rhijnauwen wee
Zacht rimpelende watersnuidjes klapperende benen met veren in volle vaart over het spiegelende water.
Druppeltjes zwieren jouw eenden lijf als je zwaartenkrachten tart, zacht zuchtend keer je terug naar daar.
Waterhuid met zonlicht vormt pikkelende lampjes, die mij opwarmen en mijn hoofd verliefd maakt.
Frederike
Water
|
Rimpelend rol ik bleekblauw aan,
Frida
|
|
Augustus 1994
We gaan hem oversteken. Die grote zwarte plas water, innig omarmd door zijn eeuwige partner, de wind. We zijn op vakantie in Italië met een kleine kajuitjacht. Dat hebben we honderden kilometers meegesleept achter de auto. De man droomt ervan de oversteek naar Elba maken. Hij kan bijna niet wachten. Vrouw en kinderen zitten meer in de categorie nachtmerrie.
We rijden naar een piepkleine jachthaven bij Piombino, een plaats op het vaste land, tegenover Elba. Het is half acht in de avond. De zee lijkt in slaap. Onze boot gaat eindelijk doen waarvoor hij gemaakt is: varen. Geen reactie. Morgen moet hij aan de bak.
De volgende ochtend staat er een klein briesje. De wind heeft het goed met ons voor en het water vindt het voor even allemaal best. Daar gaan we. Ons kajuitjachtje. Een pingpongbal op zee. De zee moet het als een vernedering hebben gevoeld. De ziedende, zwalkende, zinderende zee sloot een bondje met de woedende, wervelende waterwind. Hoe durven ze hier te varen. Zo klein. Het spel begint langzaam. De zwarte zee kleurt nog wat zwarter. De wind golft het water hoger en hoger. De pingpongbal wordt rond gemept richting overkant. ‘Wat denken jullie wel’, waait de wind. De zeilen zijn inmiddels gestreken. Het motortje draait op volle toeren. We geven ons over. Het duurt even voor we de haven zien. Opgelucht. Maar de wind geeft nog een laatste plaagstoot. Met een noodgang stormt hij de berg af de haven in. We mogen niet naar binnen. Worden direct weggeblazen, de zee weer op. Zee en wind weten van geen ophouden. De vissers komen ons te hulp, trekken ons naar binnen en er is rust.
De zotte, zelfbewuste, zwijmelende, zigzaggende zee en de weggeschoven, werkende, walvissige wind. Zeker categorie nachtmerrie.
José
Rust
Waal, stroom van eeuwigheid
de schepen gaan voorbij,
Waal, wie kent je geheimen
En als de avond in je water dooft,
Ilona
|
Waterlied
Weetwater vergeetwater
Jacqueline Franse |
|

februari 2025
Onderstaande gedichten zijn geschreven door deelnemers aan Poëziegesprek (VUUtrecht, sept 2024 - mrt 2025). Inspiratie vormde het gedicht Een licht huis van Toon Tellegen.
Een heel gevoelig huis
Ik woon in een heel gevoelig huis. Voorzichtig
kijk ik rond, kom niet in alle kamers.
En vind ik de gordijnen open, ik doe ze dicht,
geen nieuwe gordijnen, ze rimpelen en ritselen niet,
zachte gordijnen, gordijnen met diep plooien en
lange zomen, ze gaan al zolang mee.
Er hangt een zweem van angst.
Na elk gordijn wikkel ik me dieper in
met een kleine kier van licht.
Ook als het dag is doe ik een raam dicht.
Ik kan niet vliegen, had ik maar vleugels
dan deed het minder pijn.
emilie
De donkere boerderij
Ik zit in een donker huis
Dikke gordijnen voor een opening naar het achterhuis
Er hangt een zware geur van hout,
In het middaglicht komt de
Ik sta op en open die luiken
Ik ga door het huis lopend
Hanneke
|
Ik woon
Op zoek naar mijn plek
En toch
een avontuurlijk keerpunt
Trudy
|
Een huis als een rots
Een betonnen baan voert het land in
Een kop lauwe koffie
Daar zit hij en telt z’n dagen
Klazien
|
Donkere kamer
Buiten voor het raam de straatlantaarn,
Binnen voor het raam waken
Achter in het raam speelt de maan in
Guny |

februari 2025
Ritueel
Het was met mijn zusje
samen op onze knietjes
voor de twijfelaar
in het kleine kamertje
voor het naar bed gaan
het gebed zoiets van
Lieve Jezus, help en
red ons en bid voor ons
Met aan het eind:
Ook de mensen
achter het ijzeren gordijn
Dit was te groot
voor mijn kinderbrein
Dus ik bad: red de mensen
van de boze wolf
Behapbaar en begrepen
Ook voor God misschien
Helinda Rijnbout

februari 2025
Vulkaan (2)
Soms als de rookpluim dikker wordt
zie ik mezelf terug in Pompeï
bedolven door gloeiend as
verzengd tot een op mij lijkende leegte
om negentienhonderd jaar later te worden gevuld met gips
zodat toeristen een minuutje om mij kunnen huiveren
ren, fluisteren ze, schuil
maar niemand houdt zwijgend mijn hand vast.
Ante Hogeweg
Meer lezen? Klik op Ante.

februari 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan de Schrijfgroep: natuurnotities (najaar 2024-voorjaar 2025 VUUtrecht).
Nieuwe buren
Ze zijn in maart hier komen wonen. De boom voor mijn raam was nog kaal. Bij elk af- en aanvliegen was er even overleg. Allereerst moesten ze zeker weten dat dit de goede plek was. 'Die katten jagen we wel weg', zeiden ze.
Zorgvuldig werd takje voor takje het nest opgebouwd: 'Die hier?' 'Dan kan deze daar.'
Nu en dan waren ze aan het uitproberen of het bouwwerk comfortabel en stevig genoeg was.
Dan gooit het bladerdak van de boom roet in het eten. Zijn er jongen? Ik krijg ze niet te zien. Er klinkt veel kabaal in de boom. Maar ook wel eens een lieflijk gepruttel; zingen eksters ook wiegeliedjes?
Nu is het november, de boom heeft zijn blad verloren. Het nest is weer goed te zien. Het is bestand gebleken tegen storm en stortregens. Ze zijn er vast blij mee. Nog steeds vliegen ze samen af en aan. Babbelen heel wat af en gaan flink tekeer als er gevaar dreigt. Ja, dit is hun nieuwe plek, hier gaan ze niet meer weg.
Anneke van Schaik
17.30 uur
De lucht is blauw, inktblauw
Wolken van diepblauw
Drijven langwerpig door inkt
Maan staat op verlicht podium
Door de zon
Gisteren nog sikkel
Nu half rond
Verder weg mars als lantaarn
Frederike vervelde
Een boom
Ergens, ik weet niet waar en wanneer precies, is er iemand op het idee gekomen om meer bomen te planten. Plant een boom voor een overleden geliefde, plant een boom voor een nieuwe baby. Er is een organisatie die het voor je regelt. De bomen komen ergens in Nederland te staan of ergens in het buitenland en je krijgt een certificaat met een persoonlijke boodschap erop.
Ik heb een ander plan. Als ik er over een heel lange tijd niet meer ben, dan word ik een boom. Zonder certificaat. Ik wil bij iedereen die van mij houdt in de tuin. In de tuin van mijn kinderen. In de tuin van mijn broer en op het balkon van mijn zus. Mijn man doet niet mee. Hij wil mij in huis als kamerboompje. Lekker dichtbij. Maar mijn beste vrienden doen natuurlijk wel mee. Dus zoek een boom die bij mij past. Dans om mij heen. Klim naar boven en bouw een hut tussen mijn takken. Heel hoog. Ik zal jullie beschermen. Misschien geef ik jullie wel appels of peren. Voorzichtig met voetballen alsjeblieft. Wel genoeg water geven. Ik weet dat sommigen daar niet zo heel goed in zijn.
Als ik geaard ben, ga ik op zoek naar contact. Via mijn wortels ontstaat er een prachtig netwerk en blijf ik lekker bij jullie in de buurt. Kom af en toe praten. Ik zie, voel en hoor alles. Ja, echt. Dus geen smoesjes. Wat zal ik genieten van vrolijke kinderen die met slierten vrienden en vriendinnen naar me komen kijken en lachen omdat ik een diepe buiging voor ze maak in de wind. Vogels zijn natuurlijk ook welkom. Zing het hoogste lied en bouw een nest.
Maar wat als we gaan verhuizen hoor ik jullie al vragen. Moet ik je dan steeds weer meeslepen? Nee, dat hoeft niet. Er blijven verhalen achter maar neem de mooiste mee. Zo hoort dat bij een verhuizing. Ik krijg een nieuwe boom én nieuwe verhalen. Hoe mooi is dat!
José Kloosterman

januari 2025
Onderstaande teksten zijn geschreven door deelnemers aan de Schrijfgroep: natuurnotities (najaar 2024-voorjaar 2025 VUUtrecht).
Kringloop
Na het wegzweven
van de laatste bladeren
een zwart silhouet
Gestripte takken
trotseren snijdende wind
in al hun naaktheid
Zonder beschutting
wachten duiven gelaten
op wat komen gaat
Hun poten voelen
leven pulseren in het
bottende skelet
Dymph de Beer
11 december 2024
De verhuizing van Merel en Meeuw
Op een mistige dag in november zaten een merel en een meeuw op een tak van een statige eik. Het was nu echt gedaan met de herfst en de winter was in aantocht. De laatste bladeren vielen als confetti op de grond. Merel en Meeuw wisselden de laatste nieuwsberichten uit in het rustige bos, maar hun onderonsje werd al snel verstoord door de vrouw met de bladblazer. Ze kwam bijna iedere dag op hetzelfde tijdstip en was een bron van ergernis voor de twee vogelvrienden.
'Wat een herrie!' zei Merel, terwijl ze haar veren schudde, 'ik kan mijn eigen gezang niet eens horen!'
Meeuw knikte instemmend, 'ik kan niet eens denken aan mijn favoriete eten, frieten en vis, en ik heb al zo’n honger.'
Meeuw had een idee, 'volg mij maar', zei Meeuw enthousiast. Hij vloog omhoog en Merel volgde hem. Ze vlogen over het park, langs de meanderende rivier en uiteindelijk naar de kust. Toen ze aankwamen zagen ze het zandstrand en de glinsterende zee. Op de boulevard stond een vis-frietkraam en het rook er heerlijk. Meeuw maakte een sprongetje van blijdschap.
'Kijk Merel, dit is de plek waar de avonturen beginnen en lekkere dingen zijn onder snavelbereik.' Meeuw dook naar beneden en stal behendig een stukje vis van een Franse toerist.
'Kijk, zo doe je dat, Merel'.
Merel en Meeuw voelden zich een stuk beter nu verlost van de vrouw met de bladblazer. Voor Merel was het even wennen zo aan zee en in een heel andere omgeving, maar Merel voelde zich vrij en dacht dat het wel zou wennen. Zo begonnen ze samen aan een nieuwe toekomst, hun vriendschap sterker dan ooit.
Ilona Dekker
December, 2024

januari 2025
Onderstaand gedicht is gemaakt door een deelnemer aan de online thuisworkshop Midwinterschrijven.
Oud en nieuw
Lichtweefsel van oude draden
rafelt langzaam
uit elkaar
in het donker
uit de vezels
spin ik voorzichtig
draaiend in mijn hand
garen om stof te weven
in nieuw licht.
Maria Pinxter
15 januari 2025

december 2024
Woorden die blijven
Woorden bestormen je verpletteren je slaan op je neer,
verwonden en verstommen je, niets komt binnen alles waait over,
vroeg of laat.
Woorden landen dwarrelend op je schouder vriendelijk deinend,
zachte bries, aaien je, verbazen je, dwarrelen verder,
vroeg of laat.
Woorden komen recht op je af, blijven héel even voor je zweven,
kiezen hoogte en kleur en klinken
er opent een deur
zó zijn recht aangevlogen woorden,
- zegge, zinge en schrijve -
woorden die bij je blijven.
Margriet Notenboom
Meer lezen? Klik op Margriet.

december 2024
Onderstaande tekst is geschreven door een deelnemer aan de online schrijfserie Een kleine wereld, schrijven over je jeugd (8 modules).
Het mooie bord
Het is feest, Kerstfeest.
In de voorkamer staat een kerstboom, opa zal de kaarsjes aansteken.
Hij heeft een grote emmer water bij zich staan en een stok waarop een spons is gebonden.
Voor als de kerstboom in brand gaat, zegt hij.
Met mijn nichtje en neefjes logeer ik bij oma en opa Bonnet.
Mijn tante en oom zijn er ook.
Als de kaarsjes branden mag ik een gedicht voorlezen.
Ik ben de enige die al kan lezen, de andere kinderen zijn nog te klein.
‘Laat je kaarsje branden kind,
laat het branden in de nacht….’
Als het gedichtje uit is mogen wij de kaarsjes uitblazen en dan gaan we eten.
De grote mensen zitten aan de grote tafel.
Wij zitten gezellig laag bij de grond, op een kleed.
Het grote eten vinden de grote mensen heel lekker en oma wordt geprezen.
Ze heeft goed gekookt.
Wij vinden het vooral veel en we moeten ons bord leeg eten.
Want dan komt het grote feest: het mooie bord!
Het mooie van het bord zit onder het toetje.
Het is heel spannend wie van ons het mooie bord heeft.
Die hoeft niet mee te helpen met opruimen.
We proeven niets van het toetje, waar is ‘Het Mooie’?
Ik zie het eerste de kleur rood van de appel.
Hoera ! Ik heb het mooie bord!
Als alles op is kan je zien wat op de bodem is geschilderd:
een appel, een brandend kaarsje en een ster.
Maar het mooiste kan je niet zien: ik hoef niet op te ruimen!
“Kind’ zegt oma en ze pakt mijn arm vast, ’jij bent al zo groot ga jij tante even helpen,
die kleintjes kunnen dat nog niet’.
Dus sjouw ik met borden, ook het mooie, en kopjes, messen en vorken, glazen en lepels van de keuken naar de kast in de kamer.
Het mooie bord laat ik vallen, het is helemaal kapot.
Net goed, denk ik.
Kerstfeest!
Antoinette Hoogenboezem

oktober 2024
Onderstaand gedicht-met-foto is gemaakt door een deelnemer aan de online thuisworkshop Seizoenschrijven: Herfst.

Midwinter
bomen met gevallen bladeren
stammen stijf als een harnas
in een koud gelid
ooit vitaal, groen en vol groei
waar is het leven gebleven?
Heleen van Tilburg
Meer lezen? Klik op Heleen.
